Afgelopen zaterdag stond naar aanleiding van het vertrek van de President-commissaris van ABN Amro in de NRC een artikel over ondernemingsbestuur met de titel 'Wie is hier eigenlijk de baas'.  Bij het lezen van dit artikel vallen mij een aantal zaken op.

De basis van het governance vraagstuk lijkt sterk op de positie van de instructeur van een autorijschool. De primaire rol is instrueren (kennisdelen, ongevraagd adviseren) en controleren (toezicht houden). Indien zich in het verkeer een gevaarlijke situatie voordoet grijpt de instructeur in om een ongeluk te voorkomen. Zo ook in de wereld van de governance. Toezichthouden vereist soms een ingrijpende maatregel om het beste voor de organisatie te bewerkstelligen.  Het NRC-artikel doet vermoeden dat de toezichthouder in dit geval te veel op de stoel van de bestuurder is gaan zitten. Maar wanneer zit je als toezichthouder op de stoel van de bestuurder? De scheidslijn tussen beide rollen is niet altijd even zwart/wit. Tussen 'op je handen zitten' en 'ingrijpen' zitten vijftig tinten grijs. 

Het bijzondere is dat maatschappelijk gezien van toezichthouders in toenemende mate een proactieve houding wordt verwacht. Het 'lijdzaam' volgen van het bestuur via de door hen aangereikte informatie voldoet niet meer. Toezichthouders worden steeds vaker geacht vanuit waarde-gedrevenheid toezicht te houden. Door actief in gesprek te gaan met interne en externe belanghebbenden om zodoende een completer en wellicht ook meer bij de realiteit aansluitend beeld te krijgen. Door een actieve rol als sparringpartner richting bestuur te vervullen waarbij ze verantwoording aflegt omdat het nodig en nuttig is, niet omdat het moet. Dat heeft mijns inziens weinig van doen met het 'Angelsaksische' model, maar alles met de maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid die je als toezichthouder hebt. En die gaat tegenwoordig verder dan plannen goedkeuren en de uitvoering daarvan monitoren. Véél verder.

Als toezichthouder heb je een verantwoordelijkheid naar de klanten van de organisatie waar je toezicht op houdt: leerlingen, patiënten, huurders. Door de manier waarop organisaties zijn ingericht (rationeel-financieel) wordt het doel van de organisatie nog wel eens uit het oog verloren (goed onderwijs, goede zorg, goede huisvesting). Laten we teruggaan naar de essentie: besturen vanuit het doel. En toezichthouden met passie.